Terug naar Avonturenboek

© Gebruik niets van deze site zonder toestemming van de auteur!

 

 
 Winkelen I
 Lekker naar de markt gaan en winkelen in de stad, ik vond het altijd heerlijk om te doen.
Voordat ik kinderen kreeg, had ik er geen idee van dat die vrijheid om zomaar op de markt te lopen, zo kostbaar was.
Dat ontdekte ik pas jaren later.
Toen Charon nog in een buggy paste, nam het bezoek aan de markt en winkels drastisch af.
We wonen niet in de buurt van het winkelcentrum, dus moest ik altijd met de auto.
Even snel een boodschapje doen was er niet meer bij. Eerst Charon schone kleren aantrekken, want ze was altijd nat, zat onder de modder of onder de vlekken van het eten. Dan de buggy in de auto. Zorgen dat ze me niet ontsnapte als we op de plek van bestemming waren. Boodschap doen en opnieuw hetzelfde verhaal in omgekeerde volgorde. Naarmate ze ouder werd was ze bijna niet meer te tillen en razendsnel. Als je haar ook maar één tel los liet, dan rende ze weg en kwam niet meer terug.
Uiteindelijk groeide ze uit de buggy. We hebben nog een extra grote aangevraagd, maar ze was niet van plan om er nog langer in te blijven zitten. Daarmee brak het tijdperk van plannen aan. Plannen wanneer ik een boodschap kon doen of een bezoek aan de apotheek kon brengen.
In de praktijk betekende dat een week vooruit denken wat ik allemaal in huis moest hebben. Niks vergeten, want dan had ik soms pas een week later weer de kans om naar de winkel te gaan. De supermarkt was ’s avonds nog niet open en ik werkte ook nog een paar dagen. Het was altijd kunst en vliegwerk.
Gelukkig kon ik de kinderen overdag nog wel eens bij mijn ouders neerzetten, zodat ik even alleen naar de winkel kon. Maar boodschappen doen werd een tijdrovende bezigheid.
Toch ontkwam ik er niet aan dat ik Charon soms mee moest nemen. Meestal nam ik dan twee boodschappenkarren bij de hand. De één om mijn dochter in te zetten, de ander voor de boodschappen. Met haar mooie blonde haren en vrolijke snoet trok ze de aandacht, doordat ze voortdurend hoge gilletjes slaakte. Zo hoog dat ik er zangles voor nodig zou hebben om die toon te halen. Ze was aan het spelen met het geluid. Tussen de rekken klonk het weer anders dan bij het brood. Galmend laadden we de boodschappen in.
We waren een bezienswaardigheid. Een kind van zeven in een kar! Ik voelde altijd de ogen op ons gericht. En natuurlijk had Charon ook wel eens een slechte bui.
Ze kreeg een periode dat ze niet meer in de kar wou blijven zitten of iets uit de schappen graaide, wat ik niet nodig had en dus was het brullen. Zo hard, dat het winkelende publiek zich allemaal naar ons omdraaide.  En terwijl ik probeerde zo ontspannen mogelijk te blijven, zag ik andere mensen verstijven en met een vragende blik in de ogen denken “wat is dit?”
Maar ook de boodschappenkar ontgroeide ze. Inmiddels waren we al een paar jaar bezig met de therapie thuis en dat wierp zijn vruchten af. Charon werd iets makkelijker. Ik hoefde haar niet meer voortdurend vast te houden. Als ze wegliep, keek ze toch regelmatig om waar ik was. Dat was al een enorme verbetering en ik kon er helemaal op vertrouwen dat ze de winkel niet meer uitliep..
De tl-buizen, de betegelde vloer en de putjes die her en der door de winkel verspreid lagen waren té leuk. Ze hadden grote aantrekkingskracht en Charon rende van de ene naar de andere put. Ondertussen hield ze mij nog in de gaten ook.
Het gebeurde regelmatig dat ik in de rij bij de kassa stond en er een oorverdovend lawaai door de winkel klonk. Ik wist precies hoe laat het was. Charon stond achter in de zaak met de platte hand op een blikken wand te rammen. Het klonk als een gong, een prachtig zingend maar doordringend geluid.
Ik kon er wel om lachen. Wist precies waar ze nu zat, hoe blij ze keek en hoe de mensen die haar zagen fronsend hun wenkbrauwen optrokken. “ Waar hoort dit kind bij? Waar is de moeder die dit moet stoppen?”
Het personeel van de winkel wist genoeg als ze dit geluid hoorden. Het meisje met de blonde haren was back in town.
Ik was de schaamte allang voorbij, was blij dat boodschappen doen op deze manier mogelijk was.
 
Je zou verwachten dat winkelen alleen maar makkelijker zou worden, maar dat was niet zo.
Doordat Charon zich steeds bewuster werd van de wereld om haar heen, kreeg ze op een gegeven moment ook door wat kopen betekende. Dat er soms iets bij de winkel gekocht werd wat ze helemaal fantastisch vond.
Toen de putjes en de verlichting nog het belangrijkste element van een winkel waren, waren de boodschappen totaal niet in beeld. Maar toen dat veranderde kwam er een probleem bij. Want af en toe kocht ik in haar bijzijn een pak luiers voor onze jongste dochter. Charon is een echte poppenmoeder en zij wou ook wel graag een luier uit dat pak. In eerste instantie zie je daar natuurlijk helemaal niks kwaads in, dus ze kreeg een luier.
Wat ik toen nog niet wist en nu wel, is ‘nooit twee keer hetzelfde doen’, want dan wordt het een verwachtingspatroon. Dus het gebeurde vaker dan één keer dat ze een luier mee kreeg als ik een nieuw pak had gekocht.
Uiteindelijk verwachtte ze bij elke winkel waar luiers lagen, dat ik een pak kocht en o wee, als ik dan geen luiers nodig had, dan werd het een enorm drama in de winkel.
Ze trok alles uit de kast om mij over te halen. Al gauw had ze in de gaten dat ik niet meer in haar bijzijn luiers ging kopen, maar dan was er altijd wel een winkelende moeder met een volgepakte buggy aan het winkelen. En ook daar waren luiers te halen, wist Charon. Luiers werden een obsessie. Ze móest ze hebben.
Hetzelfde gold voor badpakken. Daar kreeg ze ook een overdreven hebzucht naar, nadat we samen een keer een badpak voor haar hadden gekocht. Het liep helemaal uit de hand. We konden geen winkel meer voorbij lopen waar badpakken te koop waren of waar luiers in de schappen lagen.
Charon móest naar binnen, móest ze hebben en als ik niet aan die eisen voldeed, dan viel ze keihard op haar knieën, bonkte met haar hoofd op de grond, zette het op een schreeuwen en was niet van plan om weer te gaan staan voordat ze had wat ze hebben wou.
Mijn ouders dachten ook een keer gezellig met haar naar de stad te gaan. Maar toen ze bij de Hema kwamen was het niet echt gezellig meer. De badpakken had ze snel gevonden en voor mijn vader er erg in had stond ze poedelnaakt in de winkel, stellig van plan om in een badpak weer naar huis te gaan.
Er was geen houden aan. Kleren wou ze niet meer aan doen, ze vocht stevig terug. Uiteindelijk heeft hij haar spartelend onder zijn arm genomen en heeft haar buiten de kleren weer aangetrokken. Die waren ook genezen wat winkelen betreft. 

In diezelfde tijd kreeg ze bij een schoenenwinkel een ballon. Of eigenlijk, ze mocht kiezen welke kleur ze wou hebben, dus legde de verkoopster vijf verschillende ballonnen op de balie. Tja, “welke kleur wil je hebben”? Dat was natuurlijk een vraag die niet binnen kwam. Ze graaide alle ballonnen in één handbeweging bij elkaar en hield ze stevig vast. Dit was weer een echte Charon actie. Met een grijns op de snoet en twinkelende ogen keek ze de verkoopster aan. “Allemaal voor mij?” stond er op haar gezicht te lezen. De verkoopster lachte terug en zei “vind je mooi he? Neem maar gauw mee”. Dolgelukkig liepen we naar de volgende winkel. En toeval of niet, ook daar kreeg ze een ballon. We gingen naar huis met een hand vol ballonnen en een nieuw verwachtingspatroon. In winkels krijg je ballonnen!
Alleen jammer dat de waarheid anders ligt. Het volgende probleem was geboren. Het was te onduidelijk voor haar. De ene keer wel een ballon, de volgende keer weer niet. Ze protesteerde hevig als er geen ballon bij de kassa te halen was.
Het was echt niet meer grappig om met Charon ook maar in de buurt van een winkel te komen. Ik moest nog strakker plannen wat boodschappen doen betreft. Ze kon niet meer mee.
 
Toen ze een jaar of tien was en we in ons speelprogramma besloten dat ze er wel aan toe was om wat meer van de wereld te ontdekken buiten de speelkamer, was winkelen ons eerste doel om mee aan de slag te gaan.
Eén keer in de week ging Hella op de fiets met haar op pad richting het dorp. Gewapend met een fototoestel mocht Charon kiezen naar welke winkel ze wou.
Natuurlijk eerst naar luierwinkels. Dat was te verwachten, maar waar Charon niet op gerekend had, was dat ze niks ging kopen, alleen maar ging kijken.
Dat was wel even wat anders. Hella ging er helemaal voor. Zette alles op alles om Charon te overtuigen dat alleen kijken ook leuk was. Met de woorden “weet je Charon, als je het héél mooi vind, maken we er een foto van, dan kun je er thuis ook nog naar kijken”.
Hmmmm. Dat was interessant! Een foto van luiers. Charon vond het wel boeiend. Op naar de volgende winkel.
Ze pikte het idee snel op. Al gauw wees Charon alles in de winkel aan wat ze leuk vond en Hella maakte er opgewekt een foto van. Lang leve de digitale camera’s.

Het was grappig om te zien, wát Charon mooi vond in een winkel. Doosjes tampons, hele series stopcontacten en alarminstallaties die meestal op verborgen plekken zaten. Zij zag meer dan wij in de gaten hadden. Het hielp ons door Charons ogen te kijken.
Wekelijks gingen ze samen op pad en het was opvallend welke winkels Charon uit koos. Nadat de luierwinkels allemaal aan de beurt waren geweest, wou ze graag naar winkels waar ze nog nooit binnen was geweest met mij.
Ze ging ze allemaal af, de bakker waar ik nooit kwam, een beddenwinkel die je niet dagelijks bezoekt, de fotograaf. En in elke winkel stelden ze zich even voor, legden uit waar ze mee bezig waren en zijn altijd hartelijk ontvangen. Mensen waren wel geboeid hoe we dit aanpakten en gaven ons de kans om te leren.
Zo langzamerhand kwam er een omslag bij winkelen. De interesse verplaatste zich van luiers naar ‘wat is hier allemaal te zien’. Voor de afwisseling kreeg ze soms een opdrachtje om wel iets te kopen. Nooit luiers natuurlijk, maar iets wat ik nodig had. Gewapend met een papiertje waar de boodschap op getekend stond, ging ze weer samen met Hella op pad.
Bewust wisselden we het af, de ene keer kijken, de andere keer kopen. Het was gewoon handig dat ze zou leren dat ze niet elke keer iets kreeg, maar af en toe ontkom je er niet aan dat je in een winkel bent om iets te kopen.
We maakten voordat we de winkel in gingen altijd aan Charon bekend wát we gingen kopen en zorgden er voor dat er echt geen verrassingsaankopen gedaan werden.
Doordat we zelf zo vastberaden de winkel binnen stapten, waren we bestand tegen Charons pogingen om ons om te kopen. Want natuurlijk probeerde ze dat, zeker in de beginfase. Ze ging recht op haar doel af. Wist precies waar ballonnen, zwempakken of luiers lagen. Maar door het boodschappenbriefje was ze voorbereid, dit gingen we niet kopen vandaag.
Toen ze in het dorp alle winkels wel bewonderd hadden, was de stap naar de stad vrij logisch. Nog meer uitdagingen en nog meer prikkels. En toch ging het al een stuk beter. Ze werd rustiger. Was niet meer zo gefocust op “ik moet wat hebben”. Was juist nieuwsgierig naar wat er allemaal nog meer voor winkels waren.
Het aanbod van artikelen die Charon leuk vond was in de stad natuurlijk nog véél groter. Rekken vol met badpakken! Ze heeft er van gesmuld. Ging helemaal uit haar dak als ze honderden badpakken op een rij zag hangen. Voelde aan de stof, rook er aan en moest ze even vasthouden. Rekte de stof uit en luisterde dicht bij haar oor of er muziek uit te halen viel als je er met je vinger op tokkelt, zoals je dat op een gitaar doet.
Af en toe ergens rustig op een terrasje een ijsje eten, was ook onderdeel van het leren winkelen, dat hoort er natuurlijk ook bij. Maar nooit twee keer hetzelfde achter elkaar, we wilden geen verwachtingen scheppen.
In de stad waren weer totaal andere uitdagingen. Tussen veel mensen lopen. Een roltrap opstappen. Overal muziek en lawaai. Zware deuren of deuren die vanzelf open springen. Liften en overal flikkerende tl-buizen en dan nog al die artikelen die uitgestald liggen!
Voor een kind als Charon veel onderdelen die spannend waren, die ze moest overwinnen.
Een deur open duwen lijkt zo simpel, maar Charon heeft daar een steuntje in de rug voor nodig. Een aanmoediging dat ze het wel zelf kan en dat het mag, of dat het niet gevaarlijk is.
Of in een menigte lopen is ook iets waar ik niet over nadenk, maar waarbij je Charon bij elke persoon die ze bijna letterlijk tegen het lijf loopt ziet nadenken. Ze stopt met lopen, raakt in de war, heeft vraagtekens op haar hele lichaam staan. Twijfelt of zij een stap opzij moet doen of dat de ander dat gaat doen en moet daar lang over nadenken. Raakt achterop en moet haar pas versnellen, maar ook dat gaat niet vanzelf. Heeft weer een aanmoediging nodig.
Toch ging het steeds beter. Ze kreeg zelfvertrouwen. Ze mocht ontdekken op haar voorwaarden. Wou ze in een parfumerie kijken, dan stapten ze daar naar binnen en trok een lampenwinkel de aandacht, dan mocht ze lampen bewonderen. Ik denk dat daar vooral de grote winst heeft gelegen. Ze hoefde zich niet aan ons aan te passen wat de keuze van winkels betreft, ze mocht zelf bepalen wat ze wou zien. We gaven haar de tijd om te ontdekken en te wennen aan al die prikkels.
En Charon genoot er echt van. Elke week had ze er weer zin in om naar de stad te gaan.
Ook in de speelkamer zagen we terug dat ze er veel van leerde. Ze stalde al haar spulletjes uit. Toverde haar kamer om in een badpakkenwinkel. Spanden draden door haar kamer en hing aan elke spijker, gordijnroede en waslijn rijen kleerhangers met badpakken.
Bouwde van lego winkels, liet poppetjes boodschappen doen en speelde keer op keer de situaties na die ze zelf ondernomen had.
Met tekenen kon ze zich ook steeds beter uiten en in haar tekeningen vonden we haar belevenissen terug. Huizen met kleerhangers en badpakken erin. Supermarkten met tassen vol luiers, groente en kassa’s. Eurotekens en getallen op papier. Het was duidelijk dat er veel in haar hoofd omging, hoewel ze het niet met woorden kon zeggen.
Winkelen is een project wat nog steeds loopt. Er valt nog zoveel te leren. En zolang Charon het leuk blijft vinden, zoeken we naar uitdagingen.
Onlangs moest ik even snel naar de supermarkt en had Charon toevallig bij me. Ze maakte me met gebaren duidelijk dat ze wel even in de auto wou blijven zitten en niet mee naar binnen wou!
Ik vroeg het nog maar eens voor de zekerheid na of ik dat wel goed begrepen had.
Nee, ze wou echt niet mee naar binnen. Wow, wat een kans! Even snel een boodschap doen, terwijl Charon gewoon in de auto wacht.
In gedachten maakte ik een vreugdesprongetje, ging snel de boodschap doen en prijsde Charon de hemel in dat ik het zo knap vond dat ze even in de auto kon wachten.
Maar het was voor mij veel meer dan dat. Het betekende dat ze wist wat er allemaal in de supermarkt te doen was en dat ze niet per sé meer van alles moest hebben als ze die winkel zag.
Ze had genoeg ontdekt en zichzelf onder controle. Bovendien vertrouwde ze er op dat ik zo weer terug was en hoefde me niet persé te zien om zeker te weten dat ik in de buurt was.
Lieve Charon, ik vind je zo dapper! Je bent een kanjer !!!
 
 
 
 
 
WINKELEN II
26-3-2007
 
Charon voelde zich vanmorgen niet helemaal lekker en toen de andere twee dochters naar school waren en ik thuis de boel opruimde, begon ze onbedaarlijk te huilen.
Af en toe zijn er dagen dat ik denk, ‘nu even niet Charon’ en vandaag is zo’n dag.
Het is mooi weer, ik heb me helemaal op een leuke dag verheugd, maar ik kan aan haar huilen horen dat zij in een hele andere stemming is.
Ze is misselijk en even later staat ze boven de wc te spugen.
Dat is nog veel meer reden om te huilen. Ik bel logopedie af en sta te twijfelen wat ik zal doen. Later op de ochtend moeten we nog naar de neuroloog.
Een uur later is ze niet alleen verdrietig van het spugen, maar ook opstandig omdat ze inmiddels door heeft dat ze naar de dokter moet. En daar heeft ze vandaag natuurlijk helemaal geen zin in. Omdat ik de indruk heb dat de misselijkheid met de spuug door de wc is gespoeld, beloof ik haar een ijsje als ze goed haar best doet bij de dokter.
Een omkooptruc die altijd lukt, maar nee, nu niet. De tegenzin om naar de dokter te gaan zet zich om in woede en verschillende keren trekt ze zo hard aan haar haren dat ze een flinke pluk in de vingers heeft.
Bah, ik baal van het feit dat we nu naar de neuroloog moeten. Meestal betekent het dat ik vijf minuten met zo’n man in gesprek ben en Charon er voor spek en bonen bij zit omdat er toch geen onderzoek gedaan wordt. Maar wat hij niet weet is dat ik op zo’n dag als vandaag uren bezig ben met voorbereiding en het nog maar afwachten is hoe ze zich gedraagt als ze in zo’n bui is. Ik heb meer dan eens zwetend in een bomvolle wachtkamer gezeten, hopend dat we héél snel aan de beurt waren.
Ik besluit de situatie te doorbreken. We gaan eerst naar opa en oma voor een snelle kop koffie en even afleiding voor Charon. Dat werkt meestal verfrissend voor ons alle twee. En ook nu lucht het op.
Ze kennen Charon door en door en met een knuffel en een grapje weten ze haar een beetje af te leiden. 
Ondertussen bedenk ik dat we wel naar de stad kunnen wandelen na het bezoek aan de dokter. Ze heeft dat de laatste jaren zo vaak geoefend, het wordt nu wel eens tijd dat ik zelf met haar ga winkelen. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. De bui verdwijnt als sneeuw voor de zon. Weg is het slechte humeur, Charon heeft er weer zin in.
Hand in hand lopen we naar het ziekenhuis, zonder woorden, volledig ontspannen. Ze is inmiddels net zo groot als ik. Ze houdt me losjes vast en kan goed met mijn tempo meekomen. Niets en niemand kan zien wat er vanmorgen allemaal al is voorgevallen, ze kijkt me aan en lacht naar me als we het pad van het ziekenhuis oplopen.
De wachtkamer is altijd spannend en ook nu zie ik aan haar gezicht dat ze opgewonden is, maar wel met een vrolijke ondertoon. Ze kijkt me doordringend aan met een grote grijns. Heel eventjes is het alleen zij en ik in de wachtkamer. Het zit wel weer goed tussen ons.
Als we een paar minuten later bij de dokter in de spreekkamer zitten en we de noodzakelijke gegevens hebben uitgewisseld, vraagt hij hoe het verder met ons gaat.
Charon wijst haar keel aan en ik zeg “au in je keel he?” Ja, knikt ze, ze kan nu geen woord uit haar mond krijgen door de spanning die op haar stembanden is geslagen. Ze wijst naar mij en dan naar de dokter. “Moet ik de dokter vragen of hij even naar je keel wil kijken?” Ja, knikt ze met pretlichtjes in haar ogen. Ik klets nog een eind door met Charon, terwijl ze eigenlijk niks terug zegt, maar haar lichaamstaal en mimiek zijn voor mij zo’n open boek, dat we elkaar zonder woorden begrijpen.
Ook de dokter begint zich te ontspannen, hij kijkt ons geanimeerd aan. Is getuige van een onderonsje tussen een moeder en een dochter waar een buitenstaander niks van snapt.
Ze knikt een paar keer, draait met haar ogen als ze in verlegenheid komt en kijkt ondertussen lachend de dokter aan alsof ze wil zeggen; “ja, dat bedoel ik dokter, wat m’n moeder allemaal verteld, dat wou ik u nou vragen”
We moeten er alledrie om lachen.
De arts sluit het gesprek af door te zeggen dat hij het dapper vind dat ik Charon de hele dag thuis heb. “Moedig” zegt hij met respect in zijn stem. Daar word ik een beetje verlegen van, maar het doet me goed dat hij dat zegt.
Dit is dezelfde dokter die er ooit zo verschrikkelijk naast zat met de EEG twaalf jaar geleden. Die grote vraagtekens zette bij de videobeelden van een stuiptrekkende Charon, maar de voorkeur gaf aan de EEG waar geen epilepsie op te zien was.
Dit was ook de dokter die ik 5 jaar geleden opnieuw ontmoette sinds de fatale periode en hem opbiechtte, dat ik hem finaal tot moes had geslagen tijdens een training die ik volgde in verband met een burn-out. In mijn verbeelding dan, niet echt natuurlijk.
Die woede uitbarsting was heel hard nodig om een zware last van mijn schouders te laten vallen. Alle ellende van de voorgaande jaren kwam er uit. En daarmee was ik het kwijt, kon ik weer met die man verder zonder hem nog iets kwalijk te nemen. Dat was de dokter die me nu moedig noemde. Dank je dokter, die opmerking kleurde mijn dag.
Met een goed gevoel op zak wandelen we naar de stad. De meeste winkels zijn nog dicht, het is tegen twaalf uur, maandagochtend. Charon slentert volledig op haar gemak met me mee. De paar winkels waar we wel terecht kunnen, zijn grote warenhuizen.
Terwijl juist die grote winkels altijd een bron van prikkels waren geweest, was er vandaag niks van overprikkeling te merken. Het is duidelijk dat ze hier al veel vaker een kijkje heeft genomen met één van de begeleiders. 
Ze sjokt trouw achter me aan van het ene kledingrek naar het andere.
Ze zit me voortdurend op de hielen. Letterlijk bijna, ik hoef maar één pas naar achteren te doen en ik sta haar op de tenen. Maar ik heb er geen last van. Het verbaast me dat ze me zo aanhankelijk achtervolgt. Heerlijk eigenlijk. Ik kan zo maar rondsnuffelen in een kledingwinkel, zonder het gevoel te hebben dat ik de hele winkel in de gaten moet houden.
Eën keer trekt ze me aan de mouw en wil ze naar het toilet om te kijken of er een aankleedkussen is. “Nog even een trui passen Charon, dan gaan we kijken” . Ze berust er in en kan nog wel even wachten. Opnieuw verwondering van mijn kant. Wat doet ze het goed in de winkel!
En als even later blijkt dat er geen openbare toiletten zijn, flipt ze ook niet. Als ik zeg “dan moeten we naar een andere winkel” keert ze zich om en lopen we samen de winkel uit. Zonder frustratie. Geweldig!
Het volgende warenhuis is ook bekend terrein. Ze loopt voor me uit de roltrap op. Ik laat haar gaan, kijken wat ze gaat doen. Doordat ze zo met het opstappen op de roltrap bezig is, heeft ze niet in de gaten dat ze op dezelfde tree belandt als een andere man. Die zal ook wel denken, ‘wat doet dat kind zo stijf tegen me aan’, maar Charon kijkt alle kanten op, behalve naar de man naast haar.
Ze gaat recht op haar doel af. Boven aangekomen loopt ze tussen de rekken door rechtstreeks naar de toiletten. Tuurlijk, dat had ik allang door.
Samen bewonderen we het aankleedkussen en de mooie commode. En twee tellen later wandelen we de wc weer uit. Wat een lol, ik kan er wel om lachen. De dame achter het centenbakje fronst de wenkbrauwen. Zomaar weglopen? Ja, we doen nou eenmaal andere dingen op het toilet dan de meeste mensen.
In de volgende winkel ziet ze een knalrood vest hangen. Ik haal hem uit het rek en Charon pakt hem van me over. Wil ze hem passen!
Ze verbaast me al weer, ik heb haar nog nooit vrijwillig de paskamer in gekregen. En de kaartjes hangen er nog aan, ook al iets waar ze normaal gesproken moeilijk over doet. Terwijl ze haar eigen trui uittrekt, krijgt ze de slappe lach. Het is ook een ingewikkeld gedoe in zo’n klein pashokje met z’n tweeën. Terwijl ik weer verwoord wat ze allemaal denkt, vraag ik me af of er andere mensen met ons mee luisteren.
Het is bijna tijd om naar huis te gaan. Nog één winkel. We stappen naar binnen en ik duik weer tussen de kleren. Charon loopt langs me heen naar achteren. We zijn de enige klanten. Ik voel de ogen van de verkoopster op ons gericht. Ze staat achter de kassa, vlak naast de ingang, met de armen over elkaar ons gade te slaan.
Plotseling begint Charon te dansen en te springen alsof ze net de loterij heeft gewonnen. Helemaal blij! Uit haar keel klinken vreugdekreten die mij ook op de lachspieren werken. Met m’n ogen nog op de kleren gericht, vraag ik “zie je wat leuks soms? Wat zie je dan?”  Met een grote, wilde sprong is ze bij me. Haar hoofd buigt voorover naar de mijne. Onze neuzen raken elkaar aan en haar ogen zijn nog maar een paar centimeter van de mijne af. Haar mooie tanden zijn helemaal zichtbaar.  Met een harde, lachende stem zegt ze “dakkie mooi!”
“Dakkie mooi?” vraag ik en kijk automatisch naar het plafond.
“Jeetje, ja Charon, prachtig mooi dakkie” zeg ik lachend terug. En alleen ik kan dat weten.
Het plafond is het oudste plafond wat ik in jaren heb gezien. Vlekken erop, slecht in de verf, het ziet er niet uit. Maar ergens in het midden zit een luik waar achter waarschijnlijk een vlizotrap verborgen ligt.
Charon vindt die luiken helemaal geweldig! Het liefst wil ze even kijken wat de mysterie is achter zo’n luik, maar dat kan natuurlijk niet altijd. Ze wordt er in ieder geval ontzettend blij van, ze gaat helemaal uit haar dak als ze er ergens eentje ontdekt. Maakt niet uit waar ze is, dus ook nu is er reden voor een vreugdedans.
Ik wil toch nog even iets passen en zeg Charon dat ze wel even mag gaan zitten. De verkoopster komt bij ons staan en begint tegen me te kletsen. Eerst over de kleren natuurlijk, maar al snel zijn we in gesprek over Charon. Ze had de vreugdesprong van net natuurlijk ook gezien en vroeg wat Charon nou eigenlijk precies heeft. Ze is oprecht geïnteresseerd. Een leuk gesprek, wat je soms zomaar met een wildvreemde kunt hebben.
Ze vindt dat Charon zo’n vrolijk, open gezicht heeft. Opnieuw nemen we een compliment in ontvangst vandaag. Dank je wel verkoopster, ook jij gaf kleur aan deze dag!
Goedgemutst en met een nieuw shirt in een leuk tasje, lopen we terug naar de auto.
Ik vertel Charon nog maar eens dat ik het hartstikke gezellig vond met haar in de stad. In gedachten bedenk ik dat ze zelfs niet naar badpakken heeft gekeken of naar luiers heeft getaald.
Dank je wel Hella, Jozias en Ineke voor het vele oefenen in de stad. Het geeft nog geen garantie voor de toekomst, maar dit was in ieder geval een dag om nog lang van na te genieten!
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Website is mede mogelijkgemaakt door www.seisveld.nl