Wat is autisme
Zintuigen
Rituelen
Motoriek
Spraak- en taalproblemen
Sociaal inzicht
 
Home
 
 

© Gebruik niets van deze site zonder toestemming van de auteur!

 

 Problemen bij plannen en aansturen van de motoriek (dyspraxie).
 
 
 
 
 
De meest bekende problemen bij kinderen met autisme, wat betreft de motoriek zijn wel dat ze vaak een beetje houterige bewegingen hebben. Bij Charon is dat niet direct opvallend, maar als het op  vloeiende bewegingen aankomt, zoals bijv. rennen, dan heeft zij daar wel degelijk last van.
En ook op de tenen lopen, is een veelvoorkomend probleem. Zodra er spanning ervaren wordt, gaan deze kinderen letterlijk op de tenen lopen.
 
Wat minder bekend is, is dat veel kinderen met autisme problemen hebben bij het plannen of onder controle houden van hun eigen motoriek. Ze kunnen hun lichaam moeilijk in beweging zetten als een ander dat vraagt. Of ze hebben juist repetitieve bewegingen die ze moeilijk kunnen stoppen.
We noemen dit dyspraxie.
 
Zo op het eerste gezicht lijkt er vaak niets aan de hand. Het gaat immers om het plannen van de motoriek. Dat houdt in dat onbewuste bewegingen, waar een kind niet bij nadenkt wel gewoon goed gaan. Alles wat ze uit zichzelf doen, gaat zonder problemen, maar het wordt moeilijk als een ander verlangt dat ze iets doen.
 
Charon heeft een zeer ernstige vorm van dyspraxie, terwijl haar gymjuf van het dagverblijf ooit in een verslag schreef dat ze motorisch nauwelijks problemen zag. Charon was lenig, rende supersnel alle kanten op, pakte alles beet wat ze maar hebben wou, kon fietsen en knippen en dus leek er inderdaad motorisch niets aan de hand. Maar wat haar blijkbaar niet opviel was dat Charon die bewegingen niet kon plannen.
Als ik zei “kom, rennen” dan gebeurde dat niet. Of “doe je armen hoog” dan lukte dat niet, omdat het niet uit eigen initiatief kwam. In haar hersenen werd de taal niet omgezet in een actie. Dit was de belangrijkste reden waardoor Charon bijvoorbeeld niets kon imiteren. Zij kon niet een beweging maken met haar lichaam als wij daar om vroegen.
Maar als ze diezelfde beweging moest maken op een moment dat ze daar zelf initiatief toe nam, dan was het geen enkel probleem.
 
Bij kinderen met een mildere vorm van autisme of een aanverwante stoornis zie ik vaak dat er ook sprake is van dyspraxie, maar in een hele onopvallende vorm. Ze reageren wel op vragen, maar vertraagd. Ze hebben tijd nodig om de vraag te verwerken om zichzelf daarna pas in beweging te kunnen zetten.
Dit kan grote sociale gevolgen hebben. Spelletjes doen verloopt niet zo vlot, opdrachten van een ander uitvoeren kost meer tijd, je aan sociale regels houden kost inspanning. Je voortdurend overdondert voelen door de snelle reacties van anderen of altijd de laatste zijn als er gekozen moet worden bij sport.
 
Daarnaast zie je bij kinderen met dyspraxie juist ook vaak dat ze veel in beweging zijn en het niet kunnen stoppen. Repetitieve bewegingen. Voortdurend tikken met de vingers of wiebelen met benen. En ook dan speelt het plannen van de motoriek een belangrijke rol.
Neem bijvoorbeeld de opdracht “stil zitten”. Ik hoor het de juf zo zeggen in de klas. Een kind wat onbewust steeds met de vingers tikt of wiebelt op zijn stoel, moet dus plannen ‘ik moet stoppen met tikken of wiebelen’. Maar als er sprake van dyspraxie is, dan is dat plannen een hele klus.
De binnen gekomen taal is moeilijk om te zetten in actie en dus kost het grote inspanning om gewoon rustig te gaan zitten.
Daarnaast wordt er ook nog verwacht dat je de concentratie opbrengt om iets van de leerstof op te pikken. Dubbele opdracht dus, én stoppen met bewegingen en goed luisteren wat de juf zegt.

Ik hoop dat ik hiermee duidelijk gemaakt heb dat het voor kinderen met dyspraxie hard werken is in een wereld waarin ze van alles moeten.
Persoonlijk vind ik dat er veel te weinig aandacht is voor dyspraxie. Ik ben hierover nooit geïnformeerd door deskundigen en ben er door er veel over te lezen en cursussen te volgen, meer over te weten gekomen.
Vandaar dat ik dyspraxie onder een eigen hoofdstuk heb ondergebracht en hoop dat ouders en begeleiders iets aan deze informatie hebben.

 

 

 

 

 

 

 

  plannen van motoriek

 
een klimrek was een enorme klus de eerste keren. Omhoog moet je eerst een hand en dan een voet verzetten, dan weer een hand erbij en je andere voet omhoog. Dat is plannen van je motoriek, er bewust mee bezig zijn en Charon had daar heel veel moeite mee. Bij elke stap moest ze opnieuw bedenken wat ze moest doen. Wat moest eerst?
 
Van links naar rechts zijwaarts was nog veel lastiger, want dan moet je af en toe je handen over elkaar kruisen en een voet zijwaarts doen, maar ook optillen omdat je een opstakel tegen komt.
We hebben haar geholpen door steeds haar hand of voet die ze in beweging moest zetten vast te houden en te sturen.
 
een megaklus! maar omdat ze het zo leuk vond, was ze bereid vaak te oefenen en klimt ze nu graag, helemaal zelfstandig in het klimrek
 
Website is mede mogelijkgemaakt door www.seisveld.nl