Spraak
Bij kinderen met een ernstige vorm van autisme komt de spraak vaak moeilijk op gang.
Als dit het geval is, is er mogelijk sprake van dyspraxie. (Zie hiervoor het uitgebreide hoofdstuk dyspraxie).
Charon heeft extreme spraak en taalproblemen.
Spraak kwam maar niet op gang. Tot haar vijfde jaar kon ze geen woord uitspreken. Door heel veel met haar te spelen en steeds naar manieren te zoeken om taal leuk te maken, was ze zelf erg gemotiveerd om te oefenen, maar kostte het heel erg veel moeite om de eerste letters te kunnen vormen. Toen ze zes was, had ze een begin. De paar woorden die ze kon zeggen, bestonden voornamelijk uit klinkers. Voor het gemak liet ze de medeklinkers achterwege. Au-o was bijvoorbeeld auto.
Nog steeds praat ze niet goed, maar ze is geweldig vooruitgegaan. De mensen die veel met haar omgaan, kunnen haar verstaan. Ze kan me over het algemeen met korte woorden duidelijk maken wat ze wil. Een buitenstaander heeft er nog wel veel moeite mee, maar voor ons is dit al een enorme verbetering. En als een woord te moeilijk is, heeft ze soms prachtige oplossingen. Een overdekt zwembad was een te moeilijk woord voor Charon, maar met wemmen huis begreep ik haar precies. En toen ze me uit wou leggen dat ze een haai bedoelde, maar dat woord niet kon uitspreken, maakte ze er van dolfij-boos. Een boze dolfijn, dan kom je vanzelf op haai.
Ook taalbegrip kwam moeizaam op gang.
Tot haar vijfde jaar waren er slechts enkele begrippen waar ze iets van snapte en dat waren allemaal begrippen die te maken hadden met dagelijks terugkerende situaties. Naar bed, schoenen aan, eten etc. Verder kwam ze niet.
In de eerste jaren van het speelprogramma hebben we daarom elke beweging die ze maakte en elk voorwerp waar ze naar keek benoemd. We benoemden altijd slechts één woord bij wat ze deed of zag.
Dat heeft het taalbegrip in gang gezet. Doordat we geen lange zinnen gebruikten en uitsluitend het woord benoemden van datgene waar ze op dat moment in geïnteresseerd was, kreeg ze er vat op.
Maar omdat ze niet kon praten was nooit te controleren welke woorden ze wel of niet kende. Bovendien zit de Nederlandse taal vol met woorden met dubbele betekenis of hebben we meerdere woorden voor één voorwerp. Dat maakt het begrijpen niet makkelijker.
Als ik bijv. zei kom, we gaan even naar de banken ik pakte ondertussen de jas en de sleutels, dan raakte ze de draad helemaal kwijt, want de bank stond toch bij ons in de kamer? Dat er ook een bank bestaat waar je geld kunt halen! Niet te bevatten. Dit soort spraakverwarring leverde me dagelijks vele driftbuien op.
Om nog meer grip te krijgen op woorden zijn we met kaartjes gaan werken.
We verzonnen themas die op dat moment bij Charon pasten, waar ze in geïnteresseerd was.
Ze vond fotos kijken leuk, dus knipte ik allemaal plaatjes uit folders die met ons thema te maken hadden en plakte die op kaartjes. We schreven het woord eronder, zodat iedereen het zelfde woord gebruikte bij hetzelfde voorwerp.
Na een paar weken veranderden we weer van thema. Charon bleef geboeid vanwege de steeds wisselende fotos. Allerlei themas zijn we zo bij langs geweest. We verzonnen verschillende spelletjes met de kaarten, zodat het leuk bleef. Zon 400 kaartjes zijn de revue gepasseerd en haar begrip is hierdoor met sprongen vooruit gegaan.
Het begrip voor woorden is enorm gegroeid en ze lijkt nu alles te snappen. Maar bewust zeg ik lijkt. Want ook al valt het niet direct op, toch zie ik regelmatig dat ze niet de hele zin begrijpt. Het is alsof de zin in stukjes geknipt wordt en in losse onderdelen bij haar binnen komt.
Je zou je kunnen voorstellen dat ze al die stukjes eerst weer aan elkaar moet plakken en pas dan het hele verhaal helder heeft. Maar juist dat aan elkaar plakken heeft ze moeite mee. Daardoor geeft ze vaak geen antwoord als een vreemde iets aan haar vraagt.
Ze moet de stukjes aan elkaar plakken, begrijpen en er een antwoord op verzinnen. Voor ons zo vanzelfsprekend, maar voor Charon een lastige taak en meer dan eens kijkt ze mij met een blik aan van help me even. Als ik de vraag dan herhaal op de Charon manier, kort, zakelijk, één vraag per zin, dan kan ze wel antwoord geven.
Taalproblemen
Mensen met autisme of aanverwante stoornissen vatten taal vaak letterlijk op.
Een voorbeeld hiervan is; ik maakte eens een opmerking de w.c. is verstopt en kreeg als reactie
ïk heb hem net nog gezien! Grappig, maar voor een kind wat taal letterlijk neemt valt er niks te lachen, hij is bloedserieus.
Ongewenst gedrag door communicatie problemen
Doordat de taal letterlijk wordt opgevat ontstaan nogal eens communicatieproblemen met de omgeving. Grapjes worden niet als grapjes herkend omdat ze de tekst letterlijk uitleggen.
Of ze voeren exact een opdracht uit, maar zien de verbanden niet of leggen ze anders uit.
Bijv; moeder zegt tegen kind, je mag je broertje niet meer nat gooien met water, we gaan zó naar huis. Het kind pakt vervolgens een beker en gooit niet zijn broertje, maar wel zijn kleine zusje een beker water over het hoofd!
Hij deed letterlijk wat de moeder zei, niet zijn broertje natmaken, maar legt niet het verband dat zijn zusje nat gooien dan ook niet de bedoeling is.
(De boze reactie van de moeder was, wát heb ik nou gezegd? En terwijl ik op een afstand mee stond te kijken, het kind zag worstelen met de vraag wat heb ik nou verkeerd gedaan? en hij niets anders kon verzinnen dan dat hij zijn broertje niet nat mocht maken, had moeders niet in de gaten dat ze zelf niet duidelijk genoeg was geweest. Ze had moeten zeggen dat hij niemand meer nat mocht gooien.)
Doe toch gewoon!
Er zijn veel woorden in ons taalgebruik die voor iemand met autisme lastig zijn omdat ze niet duidelijk zijn. Bijvoorbeeld een uitspraak als doe toch gewoon! Wat bedoel je dan? Wát is gewoon?
Zon opmerking zal meteen vragen opwekken en daardoor grote onzekerheid geven, niet zelden met als gevolg dat het kind gedrag laat zien wat je niet wenst. Alleen maar omdat hij of zij de taal dus niet goed begrijpt en het verband niet kan leggen!
Als er tegen mij gezegd wordt, doe toch gewoon, dan kan ik wel ongeveer inschatten wat de ander bedoeld. Dat haal ik uit de context van het verhaal of uit de situatie waarin we zitten. Maar voor iemand met autisme of aanverwante stoornis, kan dat juist lastig zijn. Dat verband leggen is moeilijk.
Hij of zij heeft er meer aan als je precies zegt wat je verwacht.
Voorbeeld; een kind wat jarig is mag de andere klassen rond gaan om de juffen en meesters te trakteren. Hij kiest een vriendje uit om mee te gaan, een kind met autisme. De juf geeft het kind met autisme een waarschuwing. Je moet wel gewoon doen, anders ga je terug naar de klas!
Dan begint de grote onzekerheid. Het is al spannend om andere klassen bij langs te gaan, maar dan moet je ook nog gewóón doen!
Maar wát is gewoon? Voor iedereen weer anders toch? Zijn onzekerheid begint al als ze bij de eerste deur zijn.
Wat moet hij doen? Waar moet hij gaan staan? Mag hij ook mee naar binnen? Of toch maar niet?
Vragen schieten door zijn hoofd, maar antwoorden kan hij niet bedenken.
Er zijn teveel dingen mogelijk en dus weet hij het even niet.
Bovendien is wachten en niks doen moeilijk voor kinderen met autisme. Dan gaan ze hun tijd zelf wel invullen met rare bewegingen, gekke geluidjes, op en neer springen of iemand anders aanraken. Dus
..dit kind werd weer terug gestuurd naar de klas!!
Zonde, écht een gemiste kans!
Ik vond het fantastisch dat hij nu eindelijk een keer mee mocht de klassen rond. Het is geen kind wat vriendjes heeft, omdat hij autisme heeft en dan gaat het toch nog mis. En niet het gedrag van het kind, maar de communicatie van de juf is de grondslag van deze misser.
Waarschijnlijk was het goed gegaan als ze hem duidelijk had gemaakt wat zijn taakjes waren geweest bij het rondgaan van de klassen. Als ze enthousiast had gezegd; jij mag vandaag de portier zijn. Je klopt drie keer zachtjes op de deur. Doet de deur open en dan blijf je stil staan bij de deur. Dan gaat je vriend trakteren en als hij klaar is doe jij de deur weer open en dicht.
Grote kans dat het dan goed was gegaan.
Maar ook als het niet vlekkeloos was verlopen, dan had hij toch een compliment verdient. Dit ventje moet drie keer zo hard werken om zon opdracht uit te voeren!!
Nog meer woordspelingen
Ook een zin als dat komt later pas, is bijvoorbeeld iets waar iemand met autisme moeite mee heeft. Want wánneer later dan? Zon opmerking is niet te plaatsen en levert meer vragen dan duidelijkheid op.
Vaak zie ik dan dat ze in zon vraag blijven hangen. Terwijl het gesprek verder gaat of de klas gewoon weer aan het werk gaat, is het kind met autisme nog bezig met dit vraagstuk oplossen.
Uitspraken als straks en later, kun je ook veel specifieker maken in bijv. direct na het eten of om vijf uur.
Nog een voorbeeld;
s Morgens vroeg een vraag van een kind wat letterlijk denkt; Wanneer mag ik naar opa en oma?
Het antwoord van de moeder is direct na de middag.
Een zéér verontwaardigde reactie volgt dan pas?
Met die uitspraak bedoelde de moeder direct na het middageten tegen een uur of één. Ik weet niet of dit streektaal is, maar het was de bedoeling dat het kind s middags bij opa en oma zou gaan spelen en dan blijven logeren. Omdat dit al bekend was bij het kind, zul je verwachten dat het kind alle verbanden legt en het wel duidelijk is.
Dus de moeder is zeer verbaasd over het antwoord dan pas!.
Terugdenkend aan wat heb ik gezegd? gaat haar een lichtje branden.
Ze controleert of het kind het wel begrepen heeft en vraagt wat bedoel ik dan met ná de middag?, waarop het kind zegt
.. s avonds.
En zo ontstaan de misverstanden.
Letterlijk gedacht is ná de middag s avonds.
Het helpt iemand met autisme dat er duidelijk gecommuniceerd wordt.
Dat er maar één uitleg mogelijk is!
Dat betekent dus als er iemand in je omgeving autisme of een aanverwante stoornis heeft, dat je rekening moet houden met hóe je iets zegt. Dat je zo duidelijk mogelijk moet zijn om de communicatie goed te laten verlopen. Niet hij(zij), maar jij kunt zorgen dat gesprekken beter verlopen of dat de ander je beter begrijpt, door duidelijk te zijn.
In de praktijk betekent dat dus dat je erg op je woorden moet letten. En dat zal niet altijd meevallen. Maar je hebt al veel gewonnen als je jezelf realiseert dat je iets zegt wat op meerdere manieren uit te leggen is, waardoor de ander je misschien niet begrepen heeft.
Moeten
Ik weet niet of het opgevallen is, maar in het stukje hierboven heb ik verschillende malen het woord moeten gebruikt. Daarmee wil ik niet aangeven dat het een wet is waar je nooit meer vanaf kunt wijken. Het is gewoon mijn manier van iets uitleggen en de meeste mensen zullen daar overheen gelezen hebben. Maar voor iemand die letterlijk denkt, is óók het woord moeten een pittig woord. Het geeft hem het gevoel dat er geen ruimte meer is voor iets anders. Het MOET toch op deze manier? Dat staat er toch?
Voor iedereen die het wel zo opgevat heeft......zo bedoel ik het dus niet. Het is niet de wet van Rina Huzen. Het is een aanwijzing, een manier van,,,,, maar je mag best iets anders verzinnen.
Knap ingewikkeld allemaal. Mensen zeggen voortdurend dingen die ze niet zo bedoelen!
Gek genoeg gebruiken veel mensen die letterlijk denken het woord moeten zelf ook voortdurend, zonder dat ze het besef hebben dat ze iemand anders dan ook het gevoel kunnen geven dat ze iets opleggen (en dat heeft weer te maken met het sociale inzicht, het inleven in een ander)!
Juist omdát ze alles zo letterlijk opvatten, omdát ze het zo gehoord of gelezen hebben, IS het zo!
Het is een feit en dus MOET het zo.
Persoonlijk denk ik dat dit soort spraakverwarringen vaak tot ongewenst gedrag leidt. Dat er zomaar ineens een woede uitbarsting ontstaat omdat woorden verkeerd uitgelegd worden of het verband niet wordt gelegd.
Ik zou dan ook iedereen willen adviseren die met mensen met autisme omgaan en in een situatie terecht komen waarbij de persoon met autisme boos wordt of moeilijk gedrag heeft, jezelf af te vragen wat is er gezegd?
Controleer of de woorden die gezegd zijn, ook zo opgevat zijn.
Wellicht kun je al heel snel achterhalen wat de oorzaak is van het gedrag of het probleem waar je mee te maken hebt.
Maar beter nog; Let op je eigen woorden !!!!
Check jezelf regelmatig, zo kun je jezelf trainen in duidelijk taalgebruik om communicatieproblemen te voorkomen!